nog meer voegwoorden voor B1 en B2 niveau

Voor mijn leerlingen!

We gaan vandaag een extra oefening doen met voegwoorden. Voor het inburgeren op A2 niveau moet je zinnen kunnen maken met de voegwoorden waarom, daarom, want, omdat, als, dan, wanneer, maar, en, of en dus.  Er staan oefeningen op deze site met al deze  voegwoorden.
Voor het Staatsexamen B1 en B2 moet je ook zinnen kunnen maken, afmaken, invullen en gebruiken met de voegwoorden terwijl, hoewel, zodra, voor(dat), nadat, tot(dat) zodat en toen.
Dat samen zijn plots best veel voegwoorden! Daarom hier nog even een overzicht met daarin wanneer/in welke situatie je welk voegwoord gebruikt:

wanneer welk
opsomming:
keuze:
voorwaarde:
argument:
tegenstelling:
gevolg:
tijdsbepaling:
en
of
als
want, omdat
maar, hoewel
dus, zodat
terwijl, toen, voor(dat), nadat, tot(dat), zodra

Kies in onderstaande oefening telkens welk van de twee voegwoorden het juiste is. De antwoorden staan onder de foto, dus je kunt zelf nakijken of je het goed hebt gedaan. Let op de volgorde van de zinnen, op signaalwoorden en of de zin in de tegenwoordige of verleden tijd staat. Dat alles helpt je bij de keuze van het juiste voegwoord! Veel succes!!

1. Hoewel / Omdat het regent, doe ik mijn regenjas aan.
2. Nadat / Terwijl ik mijn huiswerk heb gemaakt, ga ik voor het eten zorgen.
3. Ik ga nu eerst huiswerk maken zodra / zodat ik straks leuke dingen kan gaan doen.
4. Zodra/ zodat mijn man thuiskomt, begroet hij de hond.
5. Ik moest altijd op de fiets naar school nadat / totdat ik een auto kreeg.
6. Hoewel / Omdat het koud is buiten, ga ik toch wandelen.
7. Nadat / Terwijl ik huiswerk maak, kijk ik naar het Jeugdjournaal.
8. Ze droogt haar haren nadat / totdat ze een douche neemt.
9. Toen / als wij op vakantie gingen, kenden mijn vriend en ik elkaar nog maar 2 maanden.
10. Wij gaan naar het park, dus / want het is heerlijk zonnig weer.
11. Toen / als ik mijn vriend zie, ben ik altijd blij.
12. Hij heeft de juiste opleiding, dus / want is hij geschikt voor deze baan.
13. Hoewel / zodat wij erg veel van de zon houden, gaan wij niet vaak naar een heet land.
14. Zodra / toen de deurbel gaat, begint de hond te blaffen.
15. Zij gebruik een crèmespoeling na het douchen, zodat / nadat ze haar haren makkelijk kan kammen.
16. Omdat / terwijl de leerling naar het Journaal kijkt, is hij goed op de hoogte van het nieuws.
17. Hij is geschikt voor deze baan, dus / want hij heeft de juiste opleiding.
18. Ik ga mij snel omkleden, hoewel / zodat ik mooi ben voor het feest.
19. Terwijl / Omdat ik mijn maaltijd eet, kijk ik naar de TV.
20 Ik moet opschieten, want / omdat ik moet de bus halen.

jandesbouvrie1_sep2020 (c)uilentaal

jandesbouvrie1_sep2020 (c)uilentaal

Oplossing / Antwoorden / Sleutel:
1. hoewel, 2. nadat, 3. zodat, 4. zodra, 5. totdat, 6. hoewel, 7. terwijl, 8. nadat, 9. toen, 10. want, 11. als, 12. dus, 13. hoewel, 14. zodra, 15. zodat, 16. omdat, 17. want, 18. zodat, 19. terwijl, 20. want.

KNM – thema gezondheid / gezondheidszorg -2

Voor mijn leerlingen!

Je moet voor het KNM-examen echt heel veel dingen over de Nederlandse maatschappij weten. Denk niet, dat het KNM-examen makkelijk is. Dat is het niet! Probeer daarom de teksten uit je boek én van de papieren die je misschien extra krijgt, goed te leren!

Dit leren gaat gemakkelijker als je heel veel vragen over de teksten kunt beantwoorden. Leer de vragen niet alleen maar uit je hoofd. Probeer ook goed te begrijpen wat je als antwoord op een vraag geeft. Zo kun je ook andere vragen in een KNM-examen goed beantwoorden, omdat je de tekst door vragen mét antwoorden goed hebt geleerd.

Deze vragen hieronder gaan over het thema Gezondheid en Gezondheidszorg.

Dit keer gaan de vragen o.a. over allerlei rondom de zwangerschap en verder over de zorgverzekering en de ouderenzorg.

1. Wat weet je over een verloskundige?
Ze is specialist op het gebied van zwangerschap.
Ze begeleidt zwangere vrouwen en kijkt of de zwangerschap goed gaat.
Ze onderzoekt daarvoor regelmatig de zwangere en is er bij de geboorte.

2. Waar kan je in Nederland bevallen?
Je mag thuis bevallen, maar je mag ook kiezen voor een geboortecentrum of het ziekenhuis.

3. Wat kan je vertellen over kraamzorg?
Bij de kraamzorg werken kraamverzorgsters.
Kraamverzorgsters komen direct na de bevalling thuis helpen in het gezin waar een baby geboren is.
Meestal blijft een kraamverzorgster acht dagen na de bevalling helpen.
De uren die de kraamzorg mag besteden, kan je samen met de kraamzorg inplannen.

4. Wat moet je doen als je kraamzorg wilt hebben?
Je moet dit tijdig aanvragen.
Je krijgt meestal een aanvraagformulier van de verloskundige.

5. Wat is het consultatiebureau?
Jonge moeders moeten met hun baby naar het consultatiebureau voor controle.
Het consultatiebureau onderzoekt de baby.
Baby’s gaan tot hun 4e jaar naar het consultatiebureau, ongeveer 15 keer.
Het consultatiebureau kijkt of de baby goed loopt, goed praat, goed groeit.
De baby krijgt hier ook inentingen (vaccinaties, prikjes).

6. Wat is het groeiboekje?
Alle baby’s gaan naar het consultatiebureau.
Alle gegevens over het gewicht, het lopen, praten en groeien van de baby worden bijgeschreven in het groeiboekje.

7. Wat is de zorgverzekering?
Het is een verzekering tegen de zorgkosten. Deze zorgkosten zou je zonder deze verzekering zelf moeten betalen, dat gaat niet, de zorgkosten zijn te duur!
Je betaalt een zorgverzekering premie. Zij betalen daarvoor dan jouw meeste zorgkosten.

8. Wat is een zorgverzekeraar?
Een bedrijf waar je een zorgverzekering afsluit.
Er zijn in Nederland veel zorgverzekeraars.
8a. Kun je een aantal zorgverzekeraars noemen?
De grootste zorgverzekeraars zijn Achmea, CZ, Menzis en VGZ.
Een kleinere is DSW.

9. Is de zorgverzekering verplicht?
Ja, de zorgverzekering is de enige verzekering in Nederland die verplicht is.
9a. Waaruit bestaat een zorgverzekering?
Een zorgverzekering bestaat uit 2 pakketten: een basisverzekering en een aanvullende verzekering.

10. Wat verzekert de basisverzekering? En wat verzekert de aanvullende verzekering?
Basis: huisarts, ziekenhuis, medicijnen.
Aanvullend: fysiotherapie, tandarts, psychische hulp.

11. Hoe kom je aan een zorgverzekering?
Je moet deze zelf zoeken.
Misschien kan de apotheker je verder helpen.
Maar je kunt het best zoeken op internet, bijvoorbeeld via www.zorgwijzer.nl

12. Hoe krijg je je geld terug van de zorgverzekeraar?
Meestal betaalt de zorgverzekeraar direct de kosten, bijvoorbeeld huisarts, ziekenhuis, medicijnen.
Soms moet je zelfgemaakte kosten declareren: je betaalt dan eerst zelf, daarna krijg je het geld terug van de verzekeraar.
12a. Hoe kun je de zorgkosten declareren?
Je vult (online) een formulier in.
De rekeningen/facturen van de zorg moet je bijsluiten of een foto of scan aanhechten.

13. Wat zijn chronisch zieken?
Mensen die altijd ziek zijn en ook niet kunnen genezen van deze ziekte.
Bijvoorbeeld diabetes (suikerziekte), hart- en vaatziekten, COPD (ziekten aan de longen).

14. Wat kun je zeggen over mensen met een beperking?
We noemden dit ook wel gehandicapten.
Deze mensen hebben dagelijks last van deze beperking, zij zitten bijvoorbeeld in een rolstoel.
De beperking kan geestelijk of lichamelijk zijn.
De beperking kan vanaf de geboorte zijn, maar kan ook door een ongeluk komen.

13. Op welke manier krijgen ouderen, chronisch zieken of mensen met een beperking zorg?
– Zij kunnen zorg krijgen in een instelling, bijvoorbeeld in een verpleeghuis of verzorgingshuis.
– Zij kunnen ook via thuiszorg verzorgd worden, bijv. de fysiotherapie komt dan aan huis. Je kunt naar een dagbesteding om activiteiten te doen, maar je slaapt en woont thuis.

13a. Wat is thuiszorg?
De hulp en verzorging komt dan bij je thuis, je wordt geholpen bij het douchen, aankleden en eten.
Je krijgt hulp bij het schoonmaken van je huis.

**********

KNM – thema gezondheid / gezondheidszorg

Voor mijn leerlingen!

Je moet voor het KNM-examen echt heel veel dingen over de Nederlandse maatschappij weten. Denk niet, dat het KNM-examen makkelijk is. Dat is het niet! Probeer daarom de teksten uit je boek én van de papieren die je misschien extra krijgt, goed te leren!

Dit leren gaat gemakkelijker als je heel veel vragen over de teksten kunt beantwoorden. Leer de vragen niet alleen maar uit je hoofd. Probeer ook goed te begrijpen wat je als antwoord op een vraag geeft. Zo kun je ook andere vragen in een KNM-examen goed beantwoorden, omdat je de tekst door vragen mét antwoorden goed hebt geleerd.

Deze vragen hieronder gaan over het thema Gezondheid en Gezondheidszorg.

Dit keer gaan de vragen o.a. over de huisarts, de specialist, de apotheek en de tandarts, de GGZ.

1. Wat doe je als je nog geen huisarts hebt en er eentje zoekt?
Je mag zelf een huisarts zoeken. Je kunt dit online zoeken. Je kunt bijvoorbeeld zoeken op de site www.ikzoekeenhuisarts.nl of  www.goudengids.nl

2. Wat doe je als je een huisarts hebt gevonden en je wilt hem gaan zien?
Bel de huisarts op. Vraag of je je kunt laten inschrijven. Je kunt eventueel een afspraak voor een kennismakingsgesprek maken.

3. Wat doet een huisarts allemaal?
Een huisarts heeft spreekuur. Hiervoor moet je meestal een afspraak maken.
De huisarts heeft ook een telefonisch spreekuur. Hier kan je korte vragen stellen, je hoeft dan niet naar de huisarts toe.
De huisarts gaat op huisbezoek bij mensen die niet mobiel zijn (niet kunnen lopen) of te ziek zijn.
De huisarts schrijft recepten voor medicijnen uit.
De huisarts verwijst je door naar een specialist voor verder onderzoek.

4. Wat doe je als je een korte vraag hebt voor een huisarts?
Je kunt bellen met de assistente.
Je kunt bellen op de tijden voor het telefonisch spreekuur.

5. Wat kan je vertellen over een specialist?
Is een arts die veel dingen weet over een  bepaald deel van het lichaam.
Je kunt alleen naar de specialist met een verwijsbrief van de huisarts.
De specialist zit in het ziekenhuis / polikliniek.

6. Wat is een polikliniek?
Een afdeling in het ziekenhuis.
Je kunt hier een consult bij een specialist hebben.
Je kunt hier ook een kleine behandeling laten doen.

7. Wat moet je meenemen als je naar het ziekenhuis gaat?
Je verzekeringspasje.
Je ID-bewijs / legitimatiebewijs.
Lijst met daarop de medicijnen die je gebruikt, de medicijnenlijst.

8. Hoe kom je aan een medicijnenlijst?
Die kan je halen/opvragen bij jouw apotheek.

9. Wat is thuiszorg? Wat kan je hier over zeggen?
Zorg voor mensen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen.
Mensen zijn te ziek of te oud.
De thuiszorg komt aan huis en helpt bij douchen en aankleden.

10. Hoe kun je thuiszorg aanvragen?
Neem contact op de met de wijkverpleging/wijkverpleegkundige, deze is vaak in dienst van een thuiszorgorganisatie.
De wijkverpleegkundige bekijkt welke zorg je nodig hebt.
Wil eerst advies, dan kun je dit vragen bij jouw huisarts.

11. Geef voorbeelden van psychische problemen?
– depressief zijn;
– angsten hebben;
– verslaafd zijn /  verslaving.

12. Waar vraag je hulp, wanneer je psychische problemen hebt?
Ga eerst naar de huisarts.
De huisarts verwijst je bij zware klachten door naar de GGZ.
Je krijgt soms medicijnen en kunt gaan praten met een psycholoog of psychiater.

12a. Wat betekent GGZ?
De Geestelijke GezondheidsZorg.

13. Hoe krijg je een medicijn, dat je niet zelf bij de drogist kan halen?
Je vraagt jouw huisarts om het medicijn.
Jouw huisarts stuurt het recept voor het medicijn naar de apotheek.
Jij kunt vervolgens het medicijn bij de apotheek ophalen.

14. Wat doe je wanneer je een tandarts zoekt?
Je zoekt een tandarts in jouw buurt, bijvoorbeeld in de goudengids.nl
Je belt de tandarts op je te laten inschrijven.
De zorgverzekering kan je ook informatie geven over een tandarts voor jou in de buurt.

14a. Hoe vaak en waarom ga je naar een tandarts?
Ga 2x per jaar voor een controle naar een tandarts.
Ook als je pijn aan je tanden of kiezen hebt, kun je een afspraak bij jouw tandarts maken.

15. Wat doe je wanneer iemand in nood is, een ongeluk of hartprobleem krijgt en heel snel hulp nodig heeft?
Je belt het noodnummer 112. Er komt dan een ambulance.

16. Wie bel je wanneer je ’s avonds, ’s nachts of in het weekend naar de huisarts moet?
Je belt dan de HuisArtsenPost (HAP).
Bel hiervoor naar het nummer van jouw huisarts. Je hoort dan een antwoordapparaat. Hier hoor je het telefoonnummer van de arts of huisartsenpost die je kunt bellen.

Binnenkort komen er nog meer vragen met antwoorden over het thema “gezondheid/gezondheidszorg”, het gaat dan over allerlei rondom de zwangerschap, de zorgverzekering en de ouderenzorg.
Veel succes alvast bij het leren voor KNM of Kennis Nederlandse Maatschappij.

Kennis Nederlandse Maatschappij (KNM) oefenen voor het examen

Voor mijn leerlingen!

Hier kan je het KNM-examen oefenen. Er zijn oude examens, voorbeeldvragen, vragen over de thema’s zoals deze in het boek werden behandeld én er zijn filmpjes met korte informatie over belangrijke onderwerpen met daarbij een aantal vragen.

knm examen 2021 (1), vr. 1-10
https://m.youtube.com/watch?v=TC7WOKawugQ

knm examen 2021 (2), vr 11-20
https://m.youtube.com/watch?v=xQ754DYgjPA

knm examen 2021 (3), vr. 21-30
https://m.youtube.com/watch?v=OKIukWLck10

knm examen 2021 (4), vr. 31-40
https://m.youtube.com/watch?v=22Zydy6MAec

knm examen 2021, 5 nieuwe vragen
https://m.youtube.com/watch?v=B2rM17tGVz0

knm examen 2018 (1), vr. 1-10
https://m.youtube.com/watch?v=4wK8COgUP-s

knm examen 2018 (2), vr. 11-20
https://m.youtube.com/watch?v=U6cAT6MvhXw

knm examen 2018 (3), vr. 21-30
https://m.youtube.com/watch?v=IAhB_SUNNnU

knm examen 2018 (4), vr. 31-39
https://m.youtube.com/watch?v=B1e4RJRK9xs

knm-examen 2018-II (1), vr 1-10
https://m.youtube.com/watch?v=hErZ2VJJ02k

knm examen 2018-II (2), vr. 11-20
https://m.youtube.com/watch?v=KTHiKKscOlE

knm examen 2018-II (3), vr 21-30
https://m.youtube.com/watch?v=6r0CGSEbAiU

knm examen 2018-II (4), vr31-38
https://m.youtube.com/watch?v=_GfiPChknZQ

knm 2023, voorbeeldvragen 1
https://m.youtube.com/watch?v=PHQvtgWhnwI

knm 2023, voorbeeldvragen 2
https://m.youtube.com/watch?v=lp3qqwnvTfM

knm 2023, voorbeeldvragen 1 met NL script
https://m.youtube.com/watch?v=dAtF0YTOneI

knm 2023, voorbeeldvragen 2 met NL script
https://m.youtube.com/watch?v=b-V0EhZuTkU

Mogelijke vragen knm thema 1 Geschiedenis en Geografie:
https://m.youtube.com/watch?v=d0O-cy_1AEY

Mogelijke vragen knm thema 2 Gezondheid en Gezondheidszorg:
https://m.youtube.com/watch?v=eUiz819w7g0

Mogelijke vragen knm thema 3 Instanties:
https://m.youtube.com/watch?v=Cjj4EHT6ZZ0

Mogelijke vragen knm thema 4 Staatsinrichting en Rechtsstaat:
https://m.youtube.com/watch?v=i0vit4HoWLY

Mogelijke vragen thema 5 Onderwijs en opvoeding:
https://m.youtube.com/watch?v=cgDhGwCsK0U

Mogelijke vragen thema 6 Wonen:
https://m.youtube.com/watch?v=SjlAvbx5w6g

Mogelijke vragen thema 7 Werk en inkomen:
https://m.youtube.com/watch?v=-SpddZSXV1s

Mogelijke vragen thema 8 Omgangsvormen, normen en waarden:
https://m.youtube.com/watch?v=cmJWOhjqA-g

KNM 2017, Korte info over een huis huren in Nederland, met vragen:
https://m.youtube.com/watch?v=PqvQiLpszGM

KNM 2017, Korte info over het huis & de Verzekeringen, met vragen:
https://m.youtube.com/watch?v=oz0JH9tuSMY

KNM 2017, Korte info over de verkiezingen, met vragen:
https://m.youtube.com/watch?v=bsGvjmXjCa0

KNM 2017, Korte info over de Nederlandse Grondwet, met vragen:
https://m.youtube.com/watch?v=e9FsD0Mh3y8

KNM 2017, Korte info over de rechtspraak en de Nederlandse wetten, met vragen:
https://m.youtube.com/watch?v=2-AuVS5Y2jg

KNM 2017, Korte info over belasting betalen in Nederland (1), met vragen:
https://m.youtube.com/watch?v=vmOy3HrEpDQ

KNM 2017, Korte info over op bezoek gaan in Nederland, met vragen:
https://m.youtube.com/watch?v=rfL-At6wPLE

KNM 2017, Korte info over de politie in Nederland, met vragen:
https://m.youtube.com/watch?v=5s2GGjQfEBg

KNM 2017, Korte info over de gemeente in Nederland, met vragen:
https://m.youtube.com/watch?v=7GUIb7j2S2c

KNM 2017, Korte info over het BSN, de gemeente, de uitkering, de belastingdienst in Nederland, met vragen:
https://m.youtube.com/watch?v=VjC5nN_Ndcg

KNM 2017, Korte info over de feestdagen in Nederland, met vragen:
https://m.youtube.com/watch?v=3qS9fGg-QcU

Knm 2017, Korte info over werk zoeken in Nederland, met vragen:
https://m.youtube.com/watch?v=ByJZLbHOs6A

KNM 2017, Korte info over de huisarts in Nederland, met vragen:
https://m.youtube.com/watch?v=xV-SoYTHH2s

KNM 2017, Korte info over het ziekenhuis in Nederland, met vragen:
https://m.youtube.com/watch?v=TKZcnwAnscE

KNM 2017, Korte info over de thuiszorg in Nederland, met vragen:
https://m.youtube.com/watch?v=ppEw76r00EI

KNM 2017, Korte info over de zorgverzekering in Nederland, met vragen:
https://m.youtube.com/watch?v=urfRKvri59g

KNM 2017, Korte info over het huis en het milieu in Nederland, met vragen:
https://m.youtube.com/watch?v=Aj15jUW3eFA

KNM 2017, Korte info over Energie: Gas, water en electra (=licht/stroom) in Nederland, met vragen:
https://m.youtube.com/watch?v=LmD3msV9VKM

KNM 2017, Korte info over de middelbare school in Nederland, met vragen:
https://m.youtube.com/watch?v=pAN1WO7EjTE

INBURGERING / INBURGEREN héél véél oefenen!

Voor iedereen die “iets met inburgering doet”, maar toch vooral voor mijn lieve leerlingen die telkens weer zo ontzettend hun best doen om de Nederlandse taal te leren en de Nederlandse maatschappij te begrijpen!

Hieronder staan internetsites waar je veel oefeningen vindt voor het inburgeringsexamen of waar je goede informatie vindt over hoe de inburgering in Nederland is geregeld.

Heel lang heb ik deze sites hier op mijn homepagina verzameld in de navigatiebalk onder het kopje “mijn lievelinkjes”.
Het werden er steeds meer en daarom is het overzichtelijker om ze hier in een blogpost te plaatsen.
Wanneer je nu in de navigatiebalk onder het kopje “mijn lievelinkjes” op het linkje “INBURGEREN_oefenen en info!” klikt, dan kom je vanzelf hier!

Ad Appel, lesmateriaal bij de boeken Inburgering A1, A2, B1. Je vindt er audio, video’s en grammatica bij de verschillende niveaus.

Ad Appel, oefenmateriaal bij het boek “Basis Inburgering” A1 (geschikt voor de zg. Z-route of Alfa). Op deze site moet je je eerst even aanmelden of inloggen.

College voor Toetsen&Examens, Ministerie van OC&W, goede informatie over het Staatsexamen B1, B2.

DUO, Ministerie van OC&W, hier kan je oefenen met echte inburgeringsexamens van voorgaande jaren op A2 niveau.

Ellen Oostenbrink / Lingua-Incognita, oefenboekje schrijven A1, A2 “Goed voorbereid slagen”

Ellen Oostenbrink / Lingua-Incognita, oefenboekje schrijven B1 “Goed voorbereid slagen”.

Ellen Oostenbrink / Lingua-Incognita, oefenboekje spreken B1 “Goed voorbereid slagen”.

Ellen Oostenbrink / Lingua-Incognita, boekje met vragen bij de luisteroefeningen A1 A2 behorend bij de volgende link.

Lingua-Incognita Youtube-kanaal , luisteroefeningen A1, A2, behorend bij de vorige link.

Informatie voor Oekraïners in Nederland, Це онлайн відправна точка для українських біженців у Нідерландах.

Knoester Trainingen, Inburgering A1 A2 en Knoester Trainingen, Staatsexamen B1, B2 –  niet bereikbaar!

Net in Nederland, informatie over Nederland / معلومات عن هولندا

Nieuws van de week in makkelijk Nederlands.

NT2 Taalmenu.nl, oefenen op niveau A1, A2, B1 of B2.

Oefenen.nl, breed aanbod: taal, rekenen, maatschappij, omgaan met de computer&internet.

Taalpraktijk NT2, overzicht met vaste uitdrukkingen te gebruiken in verschillende situaties voor het staatsexamen spreken B1, B2.

Virtuele Training, oude site maar wel met extra oefentoetsen spreken en schrijven A1, A2

Wordwall.net, verschillende speelse templates om spreken B2 te oefenen.

Youtube, Nederlands leren via Youtube op A2, B1 en B2 niveau.

 

gebruik “geen” of “niet” in zinnen met “hoeven te”

Voor mijn leerlingen!

We gaan wat extra oefenen met het gebruik van de woorden geen of niet in ontkennende zinnen. In de vraagzin gebruiken we het werkwoord “moeten”. In de ontkennende antwoordzin gebruiken we het werkwoord “niet/geen hoeven te”.
Moeten en niet/geen hoeven zijn tegenstellingen.
Een voorbeeld:
Ik moet veel oefenen <<–>> Ik hoef niet veel te oefenen.
En een voorbeeld met een vraag en een antwoord:
Moet jij veel oefenen? <<–>> Nee, ik hoef niet veel te oefenen.

Wil je nog even herhalen in welke situatie je ook al weer precies “geen” gebruikt, en wanneer je “niet” gebruikt, kijk dan even hier terug voor het stukje uitleg.

Nu de oefening aan de hand van vragen en antwoorden:
1)
Moet jij een oefening maken?
Nee, ik hoef…….
2)
Moet jij de nieuwe oefening maken?
Nee, ik hoef…..
3)
Moet jij op zaterdag lang werken?
Nee, ik hoef…
4)
Moeten wij jou even helpen?
Nee, jullie hoeven……
5)
Moet moeder zaterdags boodschappen halen?
Nee, moeder hoeft…..
6)
Moet de directeur zelf zijn koffie halen?
Nee, de directeur……
7)
Moet de manager ook kopieerwerk doen?
Nee, de manager hoeft…..
8)
Moeten de kinderen op de bus wachten?
Nee, de kinderen……
9)
Moet je met de kat elke dag een wandeling maken?
Nee, ik hoef met…..
10)
Moet de bakker op zonder brood bakken?
Nee, de bakker hoeft…..
11)
Moeten jullie volgend jaar examen doen?
Nee, wij hoeven……
12)
Moet jij elke dag sporten in de sportschool?
Nee, ik hoef…..
13)
Moeten wij het onkruid in de tuin wieden?
Nee, jullie hoeven…..
14)
Moeten wij zaterdag onkruid wieden?
Nee, jullie hoeven…..
15)
Moet jij vandaag veel pakjes rondbrengen?
Nee, ik hoef…..
16)
Moet jij vandaag ook vlees halen?
Nee, ik hoef……
17)
Moet de bejaarde vrouw medicijnen nemen?
Nee, de bejaarde vrouw hoeft….
18)
Moet de aannemer huizen bouwen?
Nee, de aannemer hoeft …….
19)
Moet de winkelier elke dag de winkel openen?
Nee, de winkelier hoeft…..
20)
Moet de accountant de jaarstukken controleren?
Nee, de accountant hoeft……

Heb je de oefening gemaakt, dan kijk ik hem graag voor je na! Ben ik niet IRL voor jou beschikbaar, laat dan de gemaakte oefening door je docent, taalcoach of door iemand anders die goed Nederlands kan, nakijken. Veel succes!

schrijfopdracht -stuur een e-mail-9

Voor mijn leerlingen!

Hieronder staat een nieuwe schrijfopdracht om extra te oefenen met situaties, zoals je die in je werk tegenkomt. Een bedrijfsuitje is zo’n situatie. In Nederland hebben de meeste bedrijven elk jaar wel een bedrijfsuitje. De secretaresse, de communicatiemedewerker of iemand anders binnen het bedrijf of de afdeling regelt het bedrijfsuitje meestal.

Hoe was het ook al weer?
Een e-mail, briefje of kaartje bestaat uit drie delen: 1) de aanhef, 2) de inhoud en 3) het slot.
Wil je dit eerst nog weer even herhalen of wil je meer over e-mails, kaartjes en briefjes schrijven leren, kijk dan hier!!

Lees nu eerst de opdracht goed door, schrijf daarna de e-mail. Als je nieuwe woorden ziet, zoek deze dan op. Dat is goed voor jouw woordenschat en dus ook voor jouw examen.

En let op (!): doe precies wat de opdracht vraagt. Schrijf dus niet te veel, dan kan je ook geen onnodige fouten maken.
Succes!

Opdracht:
Schrijf een e-mail aan jouw collega’s met informatie over het bedrijfsuitje.

Jij kunt bedrijfsuitjes organiseren naar:
– buiten: een tour op de fiets door Amsterdam, een stadswandeling door Amersfoort of op de step door Zutphen;
– binnen: een bezoek brengen aan een museum, een bezoek brengen aan een bierbrouwerij;
– samen iets eten: pannenkoeken, Italiaans, Chinees of Japans;
– vervoer: iedereen gaat met eigen vervoer óf jullie gaan samen met de bus.

Kies bij elk bovenstaand streepje iets uit voor jullie bedrijfsuitje.

Vermeld wanneer en waar het uitje is; dag, tijdstip, begin en eind.
Vermeld wat jullie gaan doen.
Vermeld ook wat handig is om te dragen (buiten/binnen, actief/sportief).

e-mail schrijven met argumenten om te overtuigen

Voor mijn leerlingen!

Hieronder zie je een opdracht zoals je deze voor het Staatsexamen B1 kunt krijgen. Je gaat een e-mail of briefje schrijven waarin jij iemand gaat overtuigen (= iemand vragen om iets te doen wat jij graag wilt).
Om deze persoon te overtuigen, moet je zelf een paar argumenten (redenen, bewijzen) bedenken, zodat deze persoon ook echt gaat doen wat jij wilt.

Opdracht:
Jij wilt heel graag een dagje gezellig naar de stad, maar jouw man/vrouw kan niet mee.
Nu wil jij daarom dat een goede vriend/vriendin van jou meegaat.
Om jouw vriend/vriendin te overtuigen met jou lekker gezellig mee te gaan naar de stad, geef je haar twee goede argumenten (redenen) om mee naar de stad te gaan.

– schrijf de e-mail/brief aan een goede vriend/vriendin;
– denk aan hoofdletters, komma’s, punten;
– maak zinnen met voegwoorden en gebruik de juiste voegwoorden.

Succes!!

zinnen aanvullen, zinnen tussenvoegen

Voor mijn leerlingen,

Goede Nederlandse zinnen schrijven, vraagt veel herhalen en oefenen! Gewoon heel veel doen dus! :-) Daarom vind je hieronder extra oefeningen voor het onderdeel “zinnen aanvullen, zinnen tussenvoegen” van het Staatsexamen, onderdeel B1.

Denk aan het volgende:
Zinsvolgorde: 1) wie (wat) – 2) werkwoord – 3) wanneer – 4) wat (wie) – 5) waar – 6) tweede werkwoord – 7) rest;
– Hoofdletters, punten, komma’s en andere leestekens;
Werkwoordsvorm;
Lidwoorden;
– Voorzetsels.

Veel succes met het maken van de oefeningen!

1) Schrijf een e-mail aan de klantenservice van de kledingwebwinkel.

Geachte medewerkers van de klantenservice,

Ik heb twee weken geleden een broek online gekocht. Deze zou binnen 5 werkdagen worden bezorgd.
____________________________________________________________________________________________

Volgende week heb ik een feest en dan moet ik de broek dragen! Graag actie van uw kant. Alvast bedankt!

Met vriendelijke groet,

2) Schrijf een briefje aan de directeur/rector van de school van uw kind.

Geachte heer,

Wij hebben familie in Canada. Nu is een broer van mijn man daar overleden. Ons gezin is uitgenodigd voor de begrafenis. Deze broer en oom was heel erg belangrijk voor ons.
________________________________________________________________________________

Ik hoop dat u uw medewerking wilt verlenen.

Met vriendelijke groet,

3) Schrijf een e-mail aan uw gemeente.

Geachte heer/mevrouw,

Op de kruising bij onze straat staat geen boom meer in het perkje. Er zijn daar de afgelopen vijf jaar al drie bomen doodgegaan.
___________________________________________________________________________________ ,
zodat wij weer kunnen genieten van een mooie boom en wat groen in onze straat.

Alvast veel dank.

Met vriendelijke groet,

4) Schrijf een e-mail aan uw gemeente.

In de groenstroken en perkjes in onze wijk staat heel veel onkruid! Ook groeit er overal op de stoep onkruid tussen de tegels.

__________________________________________________________________________________

Wij kunnen dan weer genieten van schone en nette groenstroken en trottoirs.
Bij voorbaat dank voor uw medewerking.

Met vriendelijke groet,

5) Schrijf een e-mail aan uw leidinggevende collega.

Beste Gerrit,

Zoals je weet, werk ik op dinsdag, donderdag en vrijdag thuis en maandag en woensdag op kantoor. Nu krijg ik op woensdag as. een monteur bij mij thuis, omdat de CV-ketel stuk is.
_______________________________________________________________________________

Op deze manier hoef ik geen extra dag vrij te nemen en kan ik toch de monteur thuis ontvangen.
Ik hoop op jouw medewerking. Alvast veel dank!

Groeten,

6) Schrijf een e-mail aan de gemeente.

Geachte heer/mevrouw,

Bij ons in de straat staan afvalcontainers. Een van de containers is al langere tijd stuk.
________________________________________________________________________________

De meeuwen en de katten kunnen dan de vuilniszakken niet meer stuk maken, waardoor er geen vuil meer in de straat ligt.
Bij voorbaat dank voor uw medewerking.

Met vriendelijke groet,

7) Schrijf een e-mail aan het informatiepunt van het  ROC waar je afgelopen week bent geweest.

Geachte medewerkers van het Informatiepunt,

Ik heb vorige week uw school bezocht om mij te oriënteren op de nieuwe opleidingen. Ik heb alleen informatie meegenomen over de kappersopleiding, omdat ik deze opleiding erg leuk vind.
Maar ik vind ook de opleiding Helpende in de Zorg erg leuk.
________________________________________________________________________________

Mijn adres is: Asterstraat 102, 1234 AB  Aasterveen.
Dank voor uw medewerking.

Met vriendelijke groet,

8) U werkt bij De Badkamerspecialist en u schrijft aan een klant.

Geachte heer en mevrouw Jansen,

U heeft vorige week nieuwe tegels voor uw badkamer bij ons uitgezocht. Deze tegels waren niet op voorraad en wij hebben ze daarom voor uw besteld.
__________________________________________________________________________________

Wij zijn open van ma. t/m vr. van 08.00-20.00 uur en op za. en zo. van 12.00-17.00 uur.

Met vriendelijke groet,
DE BADKAMERSPECIALIST

9) Je gaat studeren in de stad en zoekt een kamer. De huren zijn erg duur. Schrijf een briefje voor op het prikbord, aan de leerlingen op jouw school die ook gaan studeren.

Hoi aanstaande studenten,

Ik ga fijn studeren in Groningen. Wie van jullie gaat daar ook studeren? Wie zoekt er ook nog een kamer in deze mooie stad?
________________________________________________________________________________

De huren zijn namelijk erg hoog en er zijn niet heel veel kamers, dus dit lijkt mij een goede oplossing. Mijn telefoonnummer is 06 12345678.

Groeten,

10) Je begint  aan de opleiding  1e Verkoper aan het ROC Rijnlanden. Schrijf een briefje aan de Toelatings- en vrijstellingscommissie van de opleiding.

Geachte commissie,

Volgend schooljaar start ik met de opleiding 1e Verkoper.
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________

Ik ga er daarom van uit, dat ik het vak Engels niet meer hoef te volgen. Graag ontvang ik uw reactie.

Met vriendelijke groet,

KNM – thema instanties -4

Voor mijn leerlingen!

Je moet voor het KNM-examen echt heel veel dingen over de Nederlandse maatschappij weten. Denk niet, dat het KNM-examen makkelijk is. Dat is het niet! Probeer daarom de teksten uit je boek en van de papieren goed te leren!

Dit leren gaat gemakkelijker als je heel veel vragen over de teksten kunt beantwoorden. Leer de vragen niet alleen maar uit je hoofd. Probeer ook goed te begrijpen wat je als antwoord op een vraag geeft. Zo kun je ook andere vragen in een KNM-examen goed beantwoorden, omdat je de teksten goed hebt geleerd.

Deze vragen hieronder gaan over het thema Instanties. Instanties zijn bijvoorbeeld de gemeente, de belastingdienst of de politie.

Dit keer gaan de vragen over  hulp vragen bij problemen met de overheid, met de wet, bij discriminatie en bij problemen thuis.

Problemen met de overheid (instanties)

1) Wat moet je doen, wanneer je problemen met de overheid hebt?
Je dient een klacht in bij de instantie, waarmee je het probleem hebt.

2) Wat doe je wanneer er niets met jouw klacht bij de instantie wordt gedaan?
Je kunt een klacht indienen bij de ombudsman.
Dit moet je binnen 1 jaar doen.

3) Wat is de ombudsman?
De ombudsman is er speciaal voor problemen tussen een burger en instanties.
De ombudsman is onafhankelijk en neutraal.

4) Kan je 2 voorbeelden van klachten voor de ombudsman noemen?
a) Je hebt een probleem met de belasting. Je moet geld terugkrijgen, maar hebt het nog steeds niet.
De belastingdienst zegt dat zij het betaald hebben.
Je legt jouw klacht neer bij de ombudsman, zodat je toch jouw geld krijgt.
b) Je hebt geen werk, maar jouw uitkering is gestopt.
Je hebt het UWV jouw klacht geschreven, maar zei doen niets.
Je dient jouw klacht in bij de ombudsman, zodat je toch jouw uitkering blijft ontvangen.

5) Hoe doet de ombudsman zijn werk?
Hij stelt vragen aan je en hij luistert naar de instantie.
Daarna schrijft de ombudsman een brief aan de overheid.
In de brief staat hoe het probleem moet worden opgelost.
De ombudsman controleert, of het probleem inderdaad wordt opgelost.
Als dit niet gebeurt, blijft de ombudsman verder gaan met controle en onderzoek.

6) Wat is het telefoonnummer van de ombudsman?
0800 – 33 55555.

Problemen met de wet.

7) Hoe heet een probleem met de wet?
Een juridisch probleem.

8) Noem 4 voorbeelden van problemen met de wet.
– Je bent ontslagen zonder goede reden;
– Je bent onterecht uit je huis gezet;
– Je moet Nederland verlaten;
– Je hebt een misdaad gepleegd.

9) Wat doe je, wanneer je hulp nodig hebt bij een juridisch probleem?
Je zoekt een advocaat in het telefoonboek.
Een goedkope advocaat kun je krijgen bij het Juridisch Loket.

10) Wat is de website en het telefoonnummer van het Juridisch Loket?
Het telefoonnummer is 0900 – 8020.
De website is: http://www.hetjl.nl/

Problemen met discriminatie.

11) Wat is discriminatie?
Wanneer je anders wordt behandeld dan andere mensen.
Discriminatie is verboden in Nederland!

12) Waarom kun je met discriminatie te maken krijgen? En geef er een voorbeeld bij.
– omdat je vrouw bent, krijg je bijvoorbeeld niet die bepaalde baan;
– omdat je een andere religie hebt, krijg je geen sollicitatiegesprek;
– omdat je een donkere huid hebt, word je uitgescholden;
– omdat je uit een ander land komt, wordt je winkelruit ingeslagen ;
– omdat je gehandicapt bent, word je op straat uitgescholden;
– omdat je homoseksueel bent, word je in elkaar geslagen.

13) Wat kan je doen tegen discriminatie?
– aangifte doen bij de politie en daar vertellen wat er gebeurde;
– melding doen bij het Meldpunt Discriminatie.

14) Waar kan je het meer informatie vinden over het Meldpunt Discriminatie?
Op de site www.discriminatie.nl

Problemen thuis

15) Waar kan je naar toe als je thuis (prive) problemen hebt?
Je kunt het vertellen aan je huisarts.
De huisarts kan je dan doorverwijzen naar de mensen van het Maatschappelijk Werk.

16) Bij welke problemen kan het Maatschappelijk Werk helpen?
– bij overlijden van een dierbare;
– bij ontslag;
– bij echtscheiding.

17) Wat kan je doen als je problemen hebt met het opvoeden van je kinderen?
Je kunt het aan je huisarts vertellen.
De huisarts kan je dan doorverwijzen naar Bureau Jeugdzorg.

18) Bij welke problemen kan Bureau Jeugdzorg helpen?
– wanneer je kind niet wil luisteren;
– wanneer je kind agressief is;
– wanneer het heel erg slecht gaat op school.