zinnen afmaken – dus, maar, omdat, want

Voor mijn leerlingen!

Probeer onderstaande zinnen af te maken. Het zijn dit keer zinnen met dus, maar, omdat en want. Als je de zinnen klaar hebt, dan kijk ik ze voor je na.
Heel veel succes!

1. Ik ga naar de dokter, omdat ……………..

2. Ik ga naar de dokter, want ………………..

3. Ik moet naar de supermarkt, want ………

4. Ik moet boodschappen halen, omdat ………..

5. Ik wil graag een groter huis, maar …………

6. Ik moet naar de slager, want ………..

7. Die tas is veel te duur, dus……………..

8. Ik moet naar de bakker, omdat …………..

9. Ik moet een nieuw boek voor school hebben, maar …………….

10. Asma wil een baantje, omdat …………………….

11. Zamzam wil een baantje, want ………………….

12. Anita gaat met de bus, want ……………………..

13. Buurvrouw heeft vreselijke pijn in haar buik, dus …………………

14. Hassan gaat met de metro, omdat ………………….

15. Hamza gaat met de fiets, omdat …………………….

16. Het brood is op, dus ……………………………………..

17. Wij eten vandaag rijst, maar ………………………….

18. Ik wil aardappels kopen, dus …………………………

19. Ik moet naar de markt, want ………………………….

20. Ik wil op vakantie, maar ……………………………….

zinnen afmaken -maar

Voor mijn leerlingen!

Hieronder zie je een heleboel zinnen met “maar”.
Maar gebruik je om een tegenstelling aan te geven. Bijvoorbeeld bij een vraag over wat je wel leuk, lekker, mooi, interessant vindt en daarnaast wat je niet leuk, lekker, mooi, interessant vindt.

Een paar voorbeelden:
Ik houd van lamsvlees, maar ik houd niet van varkensvlees.
Ik vind naar de bioscoop gaan leuk, maar ik vind het niet leuk om naar het theater te gaan.
Probeer nu zelf de volgende zinnen af te maken. Let op de plaats van het onderwerp en de persoonsvorm direct na maar. Veel succes!

Ik eet graag pasta, maar __________________________________________

Ik houd van op bezoek gaan in het weekend, maar ______________________

Ik vind het nieuws op TV leuk, maar ________________________________

Ik vind Sinterklaas in Nederland leuk, maar ___________________________

Ik vind pasta koken leuk, maar ik ___________________________________

Ik eet vaak sinasappels, maar ik ____________________________________

Ik vind een boek lezen leuk, maar ik _________________________________

Ik vind het weer in Nederland niet fijn, maar___________________________

Ik houd niet van sporten, maar ik ___________________________________

Ik houd niet van hard studeren, maar ________________________________

Ik vind een  boek lezen leuk, maar __________________________________

Ik houd van chocolade, maar ______________________________________

Ik houd van in bad gaan, maar _____________________________________

Ik houd het meest van auto rijden, maar ______________________________

Ik ga liever met de metro dan met de bus, maar_________________________

Ik moet altijd met de fiets, maar ____________________________________

Ik vind de herfst wel leuk, maar ____________________________________

Ik wil wel graag vrijwilligerswerk doen, maar___________________________

Ik wil mijn moeder wel helpen, maar _________________________________

Ik vind Nederland wel een mooi land, maar_____________________________